Competentie 3
Competentie 3
3. Werkt samen in teams en netwerken
De Sportkundige gaat relaties, samenwerkingsverbanden en/of coalities aan en verkent de grenzen van het eigen beroep om gemeenschappelijke doelen efficiënt na te streven en daarmee waarde te creëren. De Sportkundige profileert en legitimeert zich binnen deze professionele netwerken.
(S)ituatie: Als ik terugkijk op deze competentie dan denk ik al gauw aan VT1 waarin ik samen met mijn stagebegeleider om de tafel ben gaan zitten voor een strategieverandering naar aanleiding van VT1. Ik ben samen met mijn stagebegeleider naar CSG Dingstede (middelbare school) geweest omdat daar ruimte was voor een opdracht. Vervolgens ben ik met een docent en mijn stagebegeleider gaan sparren over een O&O opdracht (onderzoek en ontwerp). Wat voor opdracht kunnen we verzinnen voor de havo leerlingen in het kader van gezond bewegen en/of gezonde voeding?
(T)aak: Ik moest hier een opdracht ontwikkelen wat te maken had met een onderzoek en een ontwerp opdracht. Ik moest een strategie bedenken hoe leerlingen van de Havo uiteindelijk bij een schaalmodel komen waar ze twee objecten gaan ontwikkelen. Tussen het begin en het einde heb ik opdrachten bedacht waar ze uiteindelijk toewerken naar die twee objecten op het schoolplein.
(A)ctie: Als je zo'n opdracht maakt moet je gaan bedenken welke opdrachten erin de opdracht gaan komen. Ik heb eerste een opdracht bedacht waarin ze de omgeving moeten analyseren en de negatieve effecten van het smartphone gebruik moeten achterhalen. Vervolgens moeten ze de positieve gevolgen van beweging achterhalen, deze twee opdrachten moeten in een factsheet naar boven komen (ook daar heb ik een handleiding voor de leerlingen bijgevoegd). Vervolgens moesten ze opzoek gaan naar bestaande schoolpleinen wat zij een mooi schoolplein vinden en wat daar nou zo positief aan is. Vervolgens moesten ze een PvE opstellen (programma van eisen) wat zij er minimaal in willen hebben (denk hierbij ook aan de veiligheid). Na deze opdrachten komen de leerlingen tot schetsen van de twee objecten die zijn in het schoolplein willen hebben. Na de schetsen komt het ontwikkelen van de twee schaalmodellen en de eindpresentatie al.
(R)esultaat: Het resultaat is dat ik nu beter kan handelen in teams in netwerken en dat ik mij zelf meer verantwoordelijk voel.
(R)eflectie: Als ik terugkijk naar deze competentie dan heb ik goed gehandeld. Ik heb de strategie aangepast op het project en naar eigen zeggen daar opdrachten uit voort gebracht. Ik had eerder moeten beginnen met het beginnen van de O&O opdracht. Nu werd het een haastklus.